Met deze vraag doel ik niet op het pseudoniem welke onder deze column staat, maar bedoel ik de
vraag welke Jezus aan zijn discipelen stelt: "Wie zeggen de mensen dat Ik ben?".
(1)
De verschillende antwoorden hierop zijn op zich al een studie waard, maar het antwoord dat Petrus
geeft slaat de spijker op z'n kop: "Dit heb je niet van een mens, maar van Mijn Vader.."
(2) zegt Jezus hiervan. En: "Ik zal je de sleutels van het Koninkrijk van
de hemelen geven" (3) is Zijn rotsvaste belofte aan
Petrus.
Hierna maakt deze Petra (petra = rots, een woordspeling op zijn naam) nog heel wat turbulenties
door; waaronder zijn verloochening van Jezus en ook zijn rehabilitatie.
Maar op de eerste pinksterdag is het diezelfde Petrus die het woord neemt en uitlegt wat er
gaande is: "Dit is het, wat gesproken is door de profeet Joël!". Op de vraag "Wat zullen wij
doen mannen broeders", (4) laat hij de grootste sleutel van de bos zien:
"Bekeert u en laat u dopen in de naam van Jezus Christus.!"(5)
Wanneer we ook de andere beloften nemen en zien hoe deze sleutels in het boek Handelingen worden
verhaald, ontdekken we dat al de tekenen, wonderen en krachten gebeuren IN, OP, DOOR de naam van Jezus!
Het wordt de discipelen op een gegeven moment zelfs verboden nog langer op gezag van deze Naam te
spreken. (6) Maar nadat ze dit gegeven aan God hebben voorgelegd, worden ze
gesterkt door de Heilige Geest en spreken het Woord Gods met vrijmoedigheid.
In ons taalgebruik is 'in de naam van Jezus' vaak niet meer dan een toevoeging, een slotwoord, zoals
het 'Amen' na een gebed. Maar wist u dat in het boek Handelingen meer dan 30 maal deze sleutel wordt
genoemd (waarvan zo'n 10 keer in verband met de doop) en ook elders in het nieuwe testament nog ruim
100 maal?
In Zijn naam houdt in dat wij in opdracht van Jezus handelen, en met de door Hem daaraan verleende macht!
Toen Jezus zijn discipelen instaat stelde boze geesten uit te drijven, (7)
gebeurde dat letterlijk in Zijn naam!
Dat deze kracht niet uit ons zelf is en op welke grond we deze slechts kunnen hanteren lezen we in het
verhaal van 'de zonen van Scaeva'; De boze geest die werd aangesproken antwoordde met "Jezus ken ik,
van Paulus heb ik gehoord, maar wie bent u?" (8)
Als onze naam niet staat geschreven in de hemel (9) zijn we niets, ook al denken
we zelf van wel. Het hele boek Handelingen is trouwens één lange aaneenschakeling van
gebeurtenissen die plaatsvinden vanwege de Naam van Jezus en door de kracht van de Heilige Geest
(welke ook is door Jezus)!
Wat we zijn wordt dus bepaald door die ene vraag:
"Wie ben ik?"
Rev.Camp [nov'97]
