Wanneer Jezus het koninkrijk van God in vergelijkingen onder woorden probeert te
brengen gebruikt Hij vaak de woorden; 'Het Koninkrijk van God is als...'
(1) Veel van de beelden of voorwerpen die Jezus gebruikt
hebben betrekking op het verkrijgen of deel hebben aan dat koninkrijk.
Zo vinden we in de parabel van de parel (2) een beeld van de
waarde ervan, en in die van de wijngaard (3) hoe anderen er
mee om (kunnen) gaan. De beelden zijn momentopnamen die ons tot een oogopener kunnen zijn.
Ook in christelijke lectuur vinden we beeldspraak. Ik denk dan aan een passage uit
Rick Joyner 's boek "De laatste strijd" waarin hij een ruimte beschrijft vol met
mensen die daar in de aanwezigheid van de Allerhoogste aanwezig zijn.
De persoon in het verhaal gaat enige malen een gesprek aan met iemand die hij
in deze ruimte ontmoet. Wanneer je het gesprek even laat voor wat het is, kun je je
afvragen; wat doen die mensen daar al die tijd?!
Zo'n vraag is alleen gerechtvaardigd wanneer je de factor - tijd - laat meetellen.
Wat is de duur van een gesprek op de eeuwigheid en in een omgeving van heerlijkheid?
Daar te zijn is blijkbaar al rede genoeg! Een voorbeeld is dus een hulpmiddel, niet
de realiteit zelf.
Zo gaat het in de gelijkenis van het licht (onder de korenmaat) en het zout (der
wereld) (4) er niet in de eerste plaats om wat het licht en het
zout is, maar dàt het licht en zout is! Want als het niet is wat het moet doen, is
het van geen waarde.
Het koninkrijk van God is dynamisch, vol van leven, en het oefent, als het goed
is, voortdurend invloed uit op ons leven. Ook de Gemeente is een hulpmiddel door
God aan ons gegeven en geen doel op zich. Er zijn dan ook geen niveaus te behalen,
want er bestaat noch man, noch vrouw, oud of jong, laat staan een status te hebben,
voor God.
De één achtte de ander daarom uitnemender dan zichzelf
(5), omdat we allemaal die zelfde status hebben: Gered door
Jezus onze Heer, geroepen tot Zijn dienst! We zijn dan ook geen Gemeente door de status
van het zijn, maar door het actief te zijn; vol van de Geest.
De Gemeente is dus niet gelijk aan het koninkrijk van God, maar is als....
Het heeft een voorbeeldfunctie voor de wereld om ons heen (die de draad danig aan
het kwijtraken is). Het is een plaats waar we condities kunnen scheppen waarin
een ieder optimaal kan (op)groeien.
Zo is het (Kerk-) gebouw een plaats van samenkomst voor gezamenlijk gebed,
bemoediging, onderwijs, dankzegging, aanbidding, lofprijzing, EN van eendrachtig
zoeken naar de leiding van Gods Geest voor onze tijd en plaats.
Het zit hem gelukkig niet in de omvang (lees: aantal leden) van een Gemeente,
hoewel dat in velerlei opzicht wel voordelen heeft.
Door een wereld die vast loopt in angst voor zaken die te vrezen zijn
(6) zal licht en zout, hoe weinig ook, worden opgemerkt! En dat het
niet zomaar wat is (zo van; 'als het maar donker genoeg is valt zelfs een
gloeiende spijker op'), mogen blijken uit het feit dat Jezus ons de sleutels van
het Koninkrijk heeft toevertrouwd! (7)
Realiseren we ons dat wel ten volle?
God heeft ons een rol toebedeeld, en niet zo'n kleintje ook!. En met een kleine
sleutel kun je soms grote deuren openen (..). Zout, licht, zaad, gist, sleutels,
allemaal beelden uit Jezus' onderwijs. Niets spectaculairs, maar wel uiterst
effectief!

Als het maar is wat het zijn moet.
Rev.Camp [mrt'99]
