We spreken van normalisatie als het gaat om vastleggen van maten, eenheden of
afspraken in de techniek, en allerlei keurmerken voor waren. Maar we spreken ook
van het normaliseren van diplomatieke betrekkingen tussen landen, etc. Via
dergelijke afspraken wordt vastgelegd wat voortaan algemeen aanvaard of nageleefd
dien te worden.
Onze hedendaagse, complexe samenleving kan niet zonder dergelijke afspraken.
Normalisatie heeft alles te maken met wat we 'normaal' vinden of waar we menen
recht op te hebben. Neem b.v. de veelheid aan keurmerken voor waren en goederen;
KEMA, TNO, NEN, ISO, etc. Zo dacht ik laats ook aan 'normalisatie' van
Gemeentezijn: Wat kunnen en mogen we verstaan onder normaal Gemeenteleven?
Bekering en doop zijn de start van onze deelname aan de Gemeente, maar wat doen
we er de rest van ons leven mee?
Daarom is het goed dat we b.v. jaarlijks stilstaan bij de geboorte en sterven van
Jezus; de rede waardoor we überhaupt Gemeente(n) vormen. Wij zijn gewend onze
boodschappen in de supermarkt te doen, maar wat te denken van een oogstfeest of
een Nederlandse versie van 'Thanksgiving day'? Ook het samen beleven van huwelijk,
geboorte en sterven hoort bij een normale (christelijke) gemeenschap.
Afgezien van het feit dat ons Paaslam eens en voor altijd is geslacht, zien we
dat er uiteindelijk heel veel overeenkomst is met het leven binnen de Joodse
gemeenschap van het OT.
Keren we dan weer terug naar de Wet? Nee, want de profeet Joël spreekt er van dat
de vervallen hut van David weer zal worden opgericht en niet die van Mozes.
Gebruiken en inzettingen zijn niet een doel op zich maar een uiting van ons
geloof. Door Jezus hebben we weer een open relatie met God, onze Vader.
De aartsvaders hielden in alles rekening met God en hun geloof werd hun tot
gerechtigheid gerekend. Betrekken wij, die door geloof gerechtvaardigd zijn,
God in ons hele bestaan? Er kan een zekere gezapigheid ontstaan wanneer er
niets nieuws in de Gemeente gebeurt of als de zaken die aan de orde zijn ons
niet meer zo aanspreken (en we het daarom voor gezien houden...).
Maar zijn we onze eigen bekering vergeten en is daardoor onze zendings-opdracht
op de achtergrond geraakt? Vraag eens aan iemand die net tot geloof is gekomen
en worstelt met doop en Geestvervulling, hoe reëel deze zaken in zijn leven zijn!
Strijdt dan op zijn minst mèt hem, of zijn we dat stadium van ons eigen geloofsleven
vergeten? Hier zien we, naar mijn mening, het reële verschil tussen een
geloofsgemeenschap en Gemeente: naar binnen of naar buiten gericht zijn.
Afgelopen zomer is er een groep jongelui naar Londen, Engeland geweest om daar
te evangeliseren door middel van muziek, dans, drama en mime. De één trok de
aandacht van het publiek, een ander knoopte een gesprek aan en vertelde over
Jezus, weer een ander bad in stilte. Mensen die daar tot geloof kwamen werden
doorverwezen naar de dichtstbijzijnde Gemeente of Kerk in hun wijk of woonplaats.
We hoeven ons niet allemaal te bekwamen in mime of drama spel, (dat mogen de
getalenteerde onder ons doen), maar wanneer mensen door onze medewerking tot
geloof komen hebben ze een plek nodig waar ze warmte, aandacht, onderwijs en
zorg ontvangen, en waar kunnen ze dat beter krijgen dan in het huisgezin van
God, de Gemeente?
Ik schrijf het woord Gemeente met opzet steeds met een hoofdletter om het niet
te verwarren met de maatschappelijke gemeenschap waarin zulke taken ook aanwezig
zijn in de vorm van sociale diensten, maatschappelijke werkers, verenigingsleven,
etc.; taken die door secularisatie (zoek dat woord maar eens op in Van Dalen) aan
de Gemeente zijn onttrokken.
De (gaven van de) Heilige Geest en de autoriteit op de Naam van Jezus zijn de
gelovigen gegeven om mensen het Koninkrijk van God binnen te brengen en daar te
houden: Dat is een steeds doorgaande activiteit.
Waar dat stopt, verliest Gemeente zijn hoofdletter;
Over normalisatie gesproken!
Rev.Camp [sep'99]