Er zijn natuurlijke zaken die iets speciaals in zich hebben en wij navenant behandelen.
Neem nu water; Het is een allerdaags product, maar in de vorm van wijwater (ook al heb je er niets mee)
gooi je niet zomaar in het riool. En versleten Bijbels deponeren je ook niet als oud papier in de
vuilnisbak. (Hoewel ze vroeg of laat toch in een vernietigende vorm van 'recycling' terecht zullen komen)
Maar 'vuur' heeft iets speciaals. Zo kan vuur op zich niet bewaard worden, maar vuur kan
wel overgedragen worden. In het geval van een heftige brand kan een voorwerp - zelfs op afstand -
schijnbaar spontaan vlam vatten. Maar vuur is vuur, of het nu grote of kleine vlammen zijn.
Toch kan er blijkbaar sprake zijn van 'vreemd' vuur, want hierover lezen we in het verhaal
over Nadab en Abihu, de zonen van Aäon; Zij gebruikten 'vreemd vuur' om wierook te ontsteken in
de tabernakel, en voor deze daad stierven ze ter plaatse, door Gods toedoen. (1)
In het NT wordt het woord vuur meerdere malen expressief gebruikt voor de Heilige
Geest; Zo verscheen op de eerste Pinksterdag de Heilige Geest als vuurvlammen
(2), Jezus zei dat we met de Heilige Geest en met vuur gedoopt zullen
worden (3), en zullen onze aardse werken met vuur getoetst worden.
(4)
In zijn boek "The God chasers" (5) beschrijft Tommy Tenney wat er
gebeurde toen de heiligheid van God zijn gemeente bezocht. Onbeschrijfelijk indrukwekkend!
Zijn beschrijving heeft veel overeenkomsten met recente en historische (kerk-) gebeurtenissen die we nu
omschrijven als perioden van opwekking.
Vaak zeggen wij (soms iets te snel) dat we dat ook wel willen meemaken in onze (eigen)
gemeente. Wat we ons daarbij voorstellen wordt bepaald door ons eigen referentiekader. De mogelijkheden
- of beperkingen - daarvan komen voort uit een verwachtingspatroon vanuit verkregen informatie,
bijvoorbeeld uit een boek, of van eerder of elders opgedane ervaringen.
Anderzijds beseffen we maar al te goed welke voorwaarde(n) aan zo'n opwekking vooraf gaat;
Dat we ons eerst moeten 'verootmoedigen' en oprecht God moeten zoeken. (6)
Aan de ene kant is daar onze wens, aan de andere kant Gods voorwaarden; Hoe begeven we ons in dit proces?
Laten we voorop stellen dat wijzelf geen opwekking kunnen creëen. Maar we zijn wel in staat een klimaat
van verwachting te scheppen, waardoor mensen zich naar God gaan uitstrekken. Wel vuur, maar welk vuur?
Soms moeten we gewoon pragmatisch zijn door bijvoorbeeld geen ushers ('opvangers') aan te
stellen. Daarmee voorkomen we dat mensen gaan verwachten dat vallen (in de geest) er als vanzelfsprekend
bij hoort en men hier onbewust rekening mee gaan houden.
Want wat is dat 'vallen' eigenlijk? Het is niet God of de Heilige Geest die ons doet vallen,
maar onze eigen lichamelijke reactie, te vergelijken met flauwvallen door zwakte, als emotionele reactie
op God of de Heilige Geest. Hoewel het voor iemand een Godservaring kan zijn, is het daarmee nog geen
maatgevend bewijs.
De quakers (Religieus Genootschap rond 1650 ontstaan in Engeland) hanteerden de regel om
in oprechtheid en eerbied af te wachten op de beweging van de Heilige Geest. Nu werden ze niet voor niets
"schudders" genoemd, want ze kenden heftige ervaringen met de Heilige Geest..... Maar doordat er vandaag
de dag niets meer gebeurt, wachtten ze nog steeds.
Als wij 'bewust' de fout in gaan (vreemd vuur) zou dit gevolgen kunnen hebben, maar niets
doen heeft ook zo zijn gevolgen. Daarom is het belangrijk dat onze verwachting met goed bijbels onderwijs
onderbouwd wordt. Zeker, God heeft ons bijzondere dingen beloofd (7), maar Hij
bepaalt wat, wanneer en met welk doel en uitwerking! En, het zal altijd zijn tot verheerlijking van Jezus!
Rev.Camp [mrt'06]
