De uitdrukking "Mag het een beetje meer zijn?" is typerend voor onze Nederlandse zuinigheid.
Bescheidenheid mag dan een nobele eigenschap zijn, maar is het u wel eens opgevallen dat we in gebeden
regelmatig een vraag om meer laten klinken? Het zijn op zich heel oprechte gebeden, maar toch
vraag ik me soms af wáár we dan meer van willen, want dat 'vergeten' we er vaak bij te vermelden.
En zo we het meer omschrijven, hoe stellen we ons dan de realisatie ervan voor?
Zelden komt iets plotsklaps uit de lucht vallen, maar zal het in of door ons heen tot
ontwikkeling komen. Ook houdt de expressie meer in dat we er waarschijnlijk al iets van hebben.
In beide gevallen ligt in het vermeerderen een interactie besloten. Wanneer we zonder realiteitszin
om meer bidden, dan strelen we daarmee enkel ons gevoel; Bidden en doen gaan nu eenmaal samen.
Wanneer we om meer inzicht vragen, zullen we ons ook in onderwijs moeten begeven.
Als het meer liefde is, dan zullen we tijd moeten nemen om mensen te ontmoeten. Of wanneer
we om meer kracht bidden, dan zullen we ook vrijmoedig geloofstappen moeten nemen.
Natuurlijk is er bemoediging in en door zulke gebeden, maar zonder invuling maakt het de
ziel zwak (1) en zullen we uiteindelijk ontmoedigd raken door het uitblijven
van resultaat. De gebeden om meer zullen oprecht bedoeld zijn, maar als we ze niet ook practisch
invullen, zullen we misschien wel extra lang moeten wachten op verhoring. Wanneer we bijvoorbeeld bidden
om meer eenheid tussen de christenen en we nemen zelf niet de moeite om geloofsgenoten uit andere
kringen te ontmoeten, wachten we op een wonder wat het hardst in onszelf moeten plaatsvinden!
Ook het vragen om meer vuur is niet vrijblijvend. De consequentie ervan zou wel eens
meer impact op ons leventje kunnen hebben dan we misschien aankunnen, in de staat waarin we ons op dat
moment bevinden. En zo we Gods vuur reeds kenden, dan zeggen we feitelijk dat we ons vuur [geheel of
gedeeltelijk] kwijt zijn. . . .
Soms lijken we wel wat op de oude Petrus; Krachtig voornemens, maar toen het er op aan kwam,
was hij nergens. . . . (2) Maar dat veranderde drastisch na zijn Pinkster
ervaring. En hij was niet de enige; Hoewel alle discipelen eenvoudige werklieden waren, werden ze door
Gods Geest krachtig personages, in woord en daad. (3) Wanneer wij ons verlangend
uitstrekken naar de Heilige Geest, zullen ook wij Zijn kracht meer gaan ervaren door ons heen!
Maar als we om meer vragen, krijgen we het dan ook meteen? Van Jozef weten we dat
hij veel beloftes had, maar deze lieten best lang op zich wachten. Uiteindelijk werden ze allemaal binnen
een relatief korte tijd gerealiseerd. De tussentijd was voor hem echter geen verloren tijd, maar een
bijzondere leerperiode. Hij zette zich positief in binnen de situaties waarin hij zich bevond. Mede
daardoor werd hij wat beloofd was dat hij worden zou.
Vragen om meer vraagt dus om een actie; Weten wat je vraagt en realiseren wat dat
kan gaan inhouden. Gelukkig voor ons kan God meer doen dan wij bidden of beseffen.
(4) Ook overdonderd Hij ons niet met Zijn meer. Waar wij, in al ons enthousiasme,
om meer vragen, is Zijn wedervraag misschien wel; "Mag het ook een beetje [van dat] meer zijn?"
Want Hij kent ons; Door en door! (5)
Rev.Camp [jun'07]
