In overdrachtelijke zin liggen in de gezegden "Verandering van spijs doet eten" en "Wat
de boer niet kent, dat (vr)eet hij niet" toch wel onze reacties op veranderingen besloten. Vanuit de
reclamewereld is bekend dat de een voor een vertrouwd product kiest, terwijl de ander zijn product juist
kiest vanwege een opvallend nieuw uiterlijk. Maar van dat laatste denk ik dan; Als een (zelfde) product
steeds opnieuw als verbeterd wordt aangemerkt, is die vernieuwing dan niet gewoon een vals lokkertje?
Blijkbaar wordt door de commercie handig ingespeeld op nieuwsgierigheid, en de ingesleten patronen.
Op het kerkelijk erf is ook heel wat te doen om vernieuwing, en dan spreek ik niet enkel
van de laatste jaren. Sinds T.L. Osborn, (1) of eigenlijk al vanaf de opwekking
in het Engelse Wales rond '04 vorige eeuw, is er Pinkstervuur brandend in Nederland.
(2) Waren het in eerste instantie voornamelijk de zo genoemde vrije groepen
(welke later uitgroeiend tot de Pinksterbeweging) die vernieuwing predikten, vandaag de dag vindt er ook
vernieuwing plaats in de gerenommeerde kerken.
Maar moet je het gebruik van b.v. Opwekkings liederen met een eigentijds combo nu scharen
onder een uiterlijke vorm van vernieuwing of is het een voortvloeisel van innerlijke vernieuwing?
Met andere woorden, leuken we onze kerkdiensten op met attractieve zaken om de kerkgang
te stimuleren, of zijn het in de eerste plaats expressies van (gemeente)leden waar Gods Geest
inspirerend in werkzaam is? We belijden wel dat God zijn gemeente bouwt,(3)
maar ondertussen gebruiken we vernieuwing maar al te vaak als eigen promotiemiddel!
Gezien de hoeveelheid (af)god beeldjes die je tegenwoordig overal kunt kopen zou je
verwachten dat godsdienst helemaal 'in' is, en toch staan er zondags voor onze kerkdeuren geen drommen
geënteresseerden te trappelen. Je zou daarmee tot de conclusie kunnen komen dat het de hoogste tijd is
om met wat aangepaste kerkdiensten hierop in te spelen. Alleen moeten we ons serieus afvragen wat en
wie er feitelijk moet veranderen....
Op de eerste Pinksterdag vond een heel interessante gebeurtenis plaats; In plaats dat de
spreker zijn gehoor ertoe moest aansporen, werd de spreker gevraagd wat men moest doen,
(4) met als resultaat een geweldige vernieuwing van mens en maatschappij.
Die gemeente(n) uit Handelingen zijn nog steeds ons grote voorbeeld, en ook ons referentiekader wanneer
we met elkaar spreken over [vormen van] opwekking in onze tijd. Wat we ons zelden realiseren is hoe
ingrijpend die opwekking eertijd was: Volwassen gelovigen, zowel joden en Jodengenoten,
(5) lieten hun godsdienstige inspanningen voor wat ze waren, erkenden Jezus
als Messias, lieten zich volwassen dopen, en stapten daarmee in een heel andere levensstijl!
De intentie is door de eeuwen heen dan wel weggeëbd, maar Gods werk gaat door. In alle
tijden zijn er weer perioden van opwekking geweest en daar plukken wij nog steeds de vruchten van.
Natuurlijk is onze wens die beloofde grote opwekking van de late regen (6)
te mogen smaken in onze tijd. Wanneer wij moeite hebben met relatief kleine veranderingen met betrekking
tot onze geloofsbeleving, dan doen we er goed aan zowel de bron als het doel ervan in onze overwegingen
mee te nemen. Die kleine verandering zou wel eens een aanzet kunnen zijn voor een grote opwekking!
Waar de 'boer' geen [achtergrond] kennis van heeft, zal hij zich ook niet snel toe
aangetrokken voelen. Maar eenmaal geproefd dat een verandering wel degelijk te maken heeft met een Gods
werk, raakt hij er misschien ook opgetogen en enthousiast. Of zoals de Duitsers dat zo beeldend uitdrukken;
begeistert, geënspireerd [door de Geest?]
Verandering van spijs doet eten, toch?
Rev.Camp [jun'07]
